Michiel Verweij maakte zich bijzonder verdienstelijk als curator van de rijk gedocumenteerde tentoonstelling ‘Ovidius in Metamorfose’ (2019-2020), waar hij ook een rondleiding verzorgde voor onze vereniging. In die periode gaf hij ook voor S.P.Q.R. twee voordrachten over datzelfde onderwerp. Bovendien schreef hij in de loop der jaren talrijke Nieuwsbrieven in de reeksen ‘Avonturen met opschriften’ en ‘Manuscript Mysteries’.
Voor al die grote verdiensten wilde S.P.Q.R. hem reeds in 2020 de Romulusprijs toekennen, maar daar stak de pandemie driemaal een stokje voor. En in 2023, toen corona was gaan liggen, had de pas overleden Eric Claes deze prijs – postuum – méér dan verdiend. In 2024 was Michiel Verweij dus eindelijk aan de beurt. De uitreiker was de Leuvense schepen van Cultuur Bert Cornillie.
In zijn dankwoord formuleerde Michiel Verweij enkele rake gedachten: “Waarom gaat een mens naar Rome? Of eigenlijk nog beter: waarom gaat een mens zestig maal naar Rome? In januari was het inderdaad de zestigste keer dat ik de Stad der Steden betrad, net iets meer dan dertig jaar na mijn eerste bezoek…”
“Toen ik voor het eerst van S.P.Q.R. hoorde, omschreef ik de vereniging als een zelfhulpclub voor Romelijdenden. Eric Claes is er helaas niet meer om dit te beamen. Want dat is de kern: Rome leidt tot een ziekte die een Engelse auteur eens Romesickness noemde, wat ik zelf vertaald heb als Roomwee. Dat is namelijk de kern: een reis naar Rome is niet alleen een reis naar een geweldige stad die eeuwenlang de navel van de geschiedenis is geweest, het uitgangspunt van een belangrijk deel van de historie, van de kunst en de literatuur van het Westen; het is juist daardoor ook een reis naar onszelf.” (…)
“Rome is leven met het verleden, leven met de monumenten, leven met alles wat in de geschiedenis voorbijgaat. Daarom ook laat Rome ons vrij om nu eens dit te zien, dan daar achterna te gaan. Alles zien is toch een illusie, de bezoeker heeft de keuze. Rome laat ons niet alleen een enorme schatkamer zien, het biedt ons ook een weg naar onszelf.”